Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. Mine my face, make me beautiful.
‘Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd, wordt gevonden
en zal zichzelf opnieuw verstaan,
en leven, bloot en onomwonden’.
Aanleiding voor dit werk is dit fragment uit het gedicht van Huub Oosterhuis (1933).
Het is een tekst die als het ware zichzelf in de spiegel bekijkt. Opdelven doe je iets kostbaars. Het gaat over zelfverstaan, over tot je recht komen en er mogen zijn.
Deze installatie bestaat uit 48 verschillende gezichten/karakters. Ze zijn in deze opstelling dicht bij elkaar geplaatst op een glasplaat met daar onder een spiegel. Je ziet de karakters via de spiegel. Sommige duidelijk en andere meer versluierd.
Wat wordt weerspiegeld en waar vind je rust in de vele gezichten?
Wanneer worden projecties vensters?